Het is iedereen wel eens opgevallen, een rouwstoet in de straat met voor de koets of auto de uitvaartbegeleider in de rol van voorloper. Veel mensen vinden het een mooi, respectvol gebaar maar het is meer dan dat. Het is een heel oud ritueel dat ver teruggaat in de geschiedenis van hoe wij met onze doden omgaan. De voorloper vertegenwoordigt de overledene en zijn of haar geleefde leven bij de overgang naar die andere, onbekende wereld. Ik vind het een bijzondere taak. Nederig en gewichtig tegelijk voel ik mij als ik voor de koets of auto uitloop. De overledene dragend in mijn hart en gedachten als om hem of haar over te brengen naar de volgende halte. Van het ene leven naar het andere. Ik vraag aan die Ene om de nabestaanden bij te staan in hun verdriet en spreek tegelijkertijd de wens uit dat de overledene zich goed ontvangen weet. Dat er voor hem of haar gezorgd wordt. Dat liefde zijn of haar deel zal zijn.
Ik ben me ervan bewust dat niet iedereen dit zo zal zien of ervaren. Dat hoeft ook niet. Voor mij is het een wezenlijk onderdeel van mijn dagelijks werk en door het zo te doen en mij bewust te zijn van de geschiedenis van mijn werk voel ik mij verbonden met Alles in allen. Dat maakt mijn werk waarde- en betekenisvol voor mij. Dat wat ik doe niet op zich staat maar is ingebed in eeuwenoude gebruiken en rituelen die nog steeds aanspreken. Misschien wel omdat we allemaal wel aanvoelen dat er iets heiligs verbonden is aan de rituelen rondom sterven. Daar kennis van hebben maakt het ontzag voor de dood die wij hier dagelijks in de ogen kijken alleen maar groter. En dat bedoelen we dan als we zeggen het is dankbaar werk.